4sterillustraties: Emanuel Wiemans
Volt, september 2020

De vader van Tim is boswachter. Tim woont dus aan de rand van het bos en dat komt goed uit. Nergens kun je zo fijn spelen als in een bos: in plassen springen als het heeft geregend, boompje klimmen, hutten bouwen, spoorzoeken, naar dieren kijken…
Omdat Tim zo veel weet over bossen en over dieren, krijgt hij voor zijn verjaardag echte boswachterskleren en mag hij voortaan zijn vader helpen. Zo vindt hij op een dag een kauwtje dat niet meer kan vliegen. Tim en zijn vader brengen de vogel naar de dierenarts. Daarna moet Hansje, zoals Tim het kauwtje noemt, een tijdje bij hen thuis logeren en mag Tim voor hem zorgen. Ook helpt Tim mee om rommel in het bos op te ruimen en leert hij een aardig meisje kennen dat net zo dol is op spelen in het bos als Tim.

Was jouw vader (of moeder) ook maar boswachter! Als je Tim de kleine boswachter leest, krijg je heel veel zin om zelf ook lekker naar het bos te gaan om een hut te bouwen, dieren te spotten of gewoon lekker te rennen tussen de bomen. En oh, had je maar net zo’n fijne skelter als Tim, en ouders die het heel gewoon vinden dat jij er lekker in je eentje of met een vriendinnetje op uit trekt. Ouders die samen met jou in de plassen gaan springen als het regent. En had je maar een tamme kauw op je schouder zitten!
Buiten dat hij een bofkont is, is Tim ook een heel gewoon aardig jongetje dat elk hoofdstuk weer iets anders beleeft. Dat maakt van Tim de kleine boswachter een heerlijk voorleesboek, met afgeronde hoofdstukken, dat ook goed in de klas voorlezen kan worden.

Jan Paul Schutten schreef het boek over Tim samen met boswachter Tim Hogenbosch; het boek is gebaseerd op wat deze Tim allemaal in het bos beleefde. Achterin het boek kun je een test doen of jij ook geschikt bent voor hulpboswachter, net als Tim. Eén van de vragen is: ‘Ik blijf op de paden in het bos – tenzij ik iets belangrijks moet doen, zoals spelen’. Spelen in het bos is heel belangrijk, dat voel je door het hele boek. Als je Tim de kleine boswachter uit hebt, wil je niks liever dan óók boswachter worden als je later groot bent.
Een fijn, lief en hier en daar ook leerzaam voorleesboek voor kinderen vanaf ongeveer zes jaar, zelf lezen kan vanaf acht.

Top