3sterLeopold, april 2012
Thea Beckmanprijs 2012

Het is de zomer van 1945. De oorlog is voorbij, maar veel te eten is er nog niet in Nederland. Daarom mogen Nederlandse kinderen drie maanden lang naar Denemarken om aan te sterken. Luuk van dertien jaar is één van hen. Hij vindt de reis naar Denemarken een machtig avontuur. Bovendien is hij blij dat hij drie maanden weg mag, want hij is heel boos op zijn moeder. Zij heeft in de oorlog gezoend met een vreemde man.
Ook Ida (12 jaar) gaat mee. Zij maakt zich zorgen of haar moeder zich wel kan redden zonder haar. Ze zullen door Duitsland rijden en daar mag ze niets van missen. En hoe kan zij nu veel en lekker gaan eten als haar vader honger heeft?
Luuk en Ida logeren op dezelfde Deense boerderij. Het lijkt er Luilekkerland. Luuk vindt het heerlijk, helpt mee met de koeien en met hooien en eet zijn buik rond. Ida blijft tobben. En dan is er nog Kirsten, de 16-jarige dochter. Luuk is in stilte een beetje verliefd op haar, maar begrijpt niet waarom ze zo veel ruzie met haar vader maakt.
Als Ida hoort dat er duizenden Duitse gevangenen in een groot kamp in Oksbol zitten, moet ze er naartoe. Midden in de nacht loopt ze weg. Er is iets met haar vader, maar dat is zo erg dat ze er met niemand over kan praten.

De vader van Anna Woltz mocht als jongetje naar Denemarken om aan te sterken na de Hongerwinter. Op zijn ervaringen is dit boek gebaseerd. Het verhaal is dan ook heel realistisch. Met allebei de kinderen kun je goed meevoelen; met de branie van Luuk en zijn verrukte reactie op al dat lekker Deense eten, maar ook met het verdriet en de zorgen van Ida. Al vroeg in het verhaal is duidelijk dat er iets is met haar vader. Lang mag de lezer gissen wat er is, maar als uiteindelijk Ida’s geheim onthuld wordt, begrijp je ineens het vreemde gedrag van het meisje.

Het boek is in de derde persoon enkelvoud geschreven, afwisselend vanuit van Luuk en Ida. Waar Luuk ophoudt met vertellen, gaat Ida weer door. Omdat hun namen boven de hoofdstukken staan, geeft dit geen verwarring, maar is het juist prettig om in de hoofden van allebei de kinderen te kunnen kijken.
Ik kan nog steeds niet vliegen is een uitstekend boek, goed opgebouwd, goed geschreven, met veel onderhuids verdriet, maar ook met veel plezier in een verrukkelijk zomers Denemarken. Fijn lezen vanaf elf jaar.

Bestellen

Top