4sterVan Holkema & Warendorf, september 2021

Het is 1958. Jakob moet altijd langs een saaie weg naar school, dus om het wat spannender te maken, heeft hij zeven gevaren bedacht voor onderweg. Zo moet hij langs een enge hond, langs het huis van een kinderlokker en langs een kerkhofmuur die zomaar om kan vallen. Dat gebeurt allemaal in zijn fantasie, maar ook in het echt is Jakob geen held. Hij is bang voor zijn strenge meester en hij blijft uit de buurt van zijn sterke klasgenoot Hans van Tiel.
Zijn buurmeisje Claartje is stukken voortvarender. Zij spoort Jakob aan om steeds meer te durven. Die hulp heeft Jakob hard nodig, want hij en zijn moeder zitten aardig onder de plak bij de bemoeizuchtige tante Tilly. Tante vindt dat Jakob niet meer met Claartje om mag gaan, omdat het meisje zo brutaal is en hij mag ook niet met Bennie spelen, omdat Bennie niet katholiek is. Maar Claartje en Bennie zijn Jakobs beste vrienden.

1958 lijkt nog niet zo lang geleden. Jakobs leven klinkt best bekend voor kinderen van nu, maar er zijn toch wel verschillen. Pas een paar mensen hadden televisie en een huis met een douche was nog best bijzonder, net zoals macaroni met ham en kaas. Jakob zit in een klas met 52 jongens en Claartje gaat bij de nonnen naar school. Ranja en pepsels krijg je alleen op zaterdagavond en een schone onderbroek maar eens per week.
Jakob en de zeven gevaren puilt uit van de details uit de jaren ’50. Soms is dat grappig, soms verbaas je je en soms is het wat te veel en leidt het af van het werkelijke verhaal.

Jakob Veenman moet zijn zeven gevaren zien te overwinnen en dat gebeurt niet van de ene op de andere dag. De enge hond is bij nader inzien niet zo eng en ook de ‘kinderlokker’ blijkt een aardige man. Maar de vinnige tante die probeert van jou een brave kopie te maken van haar eigen overleden zoontje, die is niet zo makkelijk te verslaan. Zelfs Jakobs moeder is bang voor haar zus. Het duurt een tijd voor Jakob in opstand durft te komen, maar dat doet hij tenslotte dan wel met verve. De doppen van de pelpinda’s vliegen over de bladzijden.

In Jakob en de zeven gevaren vertelt Jacques Vriens over zijn eigen jeugd. Hij kon het – als ex-onderwijzer – gelukkig niet laten om die strenge meester Houben van het toneel te laten verdwijnen en een vriendelijke juf voor de klas te zetten. Het boek is een historisch verhaal waarin niet veel gebeurt – en toch weer wel. Met Jakob komt het helemaal goed.
Een van de beste boeken die Jacques Vriens schreef, voor lezers vanaf ongeveer tien jaar.

Top