3stervertaling Annie Winkler-Vonk
Ploegsma, elfde druk, februari 2017
(voor het eerst verschenen in 1941)

Het is de zomer van 1838. Giorgio woont in een klein dorp in de Zwitserse Alpen, een dorp met een paar steile straten, met plompe stenen huizen en een kleine kerk, een dorp waar iedereen elkaar kent. Op een dag verschijnt er een vreemde man met een litteken, die voor dertig franken Giorgio wil kopen van zijn vader, zodat de jongen in Milaan kan gaan werken. Vader weigert, maar als kort daarna de oogst mislukt, de koe verongelukt en moeder ziek wordt, dan moet Giorgio toch naar Milaan.
Na een lange reis wordt Giorgio het knechtje van een schoorsteenveger, een ‘levende bezem’: hij moet in nauwe schoorstenen klimmen om ze te vegen. Zijn baas is best aardig, maar de vrouw van de baas behandelt hem slecht en de zoon is een echte ellendeling. Gelukkig is dochtertje Angeletta er ook nog, zij is een lief meisje dat helaas ziek is en spoedig zal sterven.
Giorgio sluit zich aan bij de ‘Bond van de Zwartgezichten’, een club van andere schoorsteenvegersknechtjes die elkaar helpen en proberen vrij te komen. Wanneer hij ten onrechte wordt beschuldigd van diefstal, vlucht Giorgio met drie vrienden weg uit Milaan. Na een lange, moeilijke tocht komen ze aan in Lugano. Ze krijgen onderdak bij dokter Casella, die al eerder heeft beloofd hen te helpen. Giorgio mag van hem leren voor onderwijzer, zodat hij terug kan keren naar zijn geboortedorp om daar een school te beginnen.

Dit is heel in het kort het verhaal van Giorgio. Bijna vierhonderd bladzijden beleeft deze eerlijke, nobele, dappere en trouwe jongen het ene avontuur na het andere, maar vanaf de eerste bladzijde weet de lezer al dat aan het einde de beloning wacht. Levende bezems is een klassieker à la Heidi en Alleen op de Wereld.
Het is verrukkelijk lezen, meegriezelen als er weer boze mannen met snorren en littekens opduiken, medelijden als Giorgio slaag krijgt van de boosaardige vrouw met de uitpuilende ogen, snotteren als zijn vriend Alfredo overlijdt, zwijmelen bij de goedheid van het lieve bleke meisje Angeletta (Engeltje!). Heel overzichtelijk allemaal: de personages zijn óf ingoed en betrouwbaar, óf echte schurken.

Het is natuurlijk allemaal tamelijk cliché, de moraal druipt er vanaf, goedheid wordt beloond, de boze kinderhandelaren komen uiteindelijk voor de rechter, het is technisch niet eens zo goed geschreven, maar o, wat is dit een heerlijk boek! Vingers in je oren en lezen maar. Levende bezems is geschikt voor lezers vanaf elf jaar, die houden van ouderwetse, lange verhalen.

Top