4sterQuerido, juni 2021

De vader van Wandert is artiest. Hij noemt zichzelf Ladinie en treedt op in theaters. Daarnaast geeft hij pianoles aan huis. Wanderts moeder is op hem gevallen omdat hij geen ‘dooievisjesvreter’ is. Dat zijn namelijk saaie mannen die elke dag naar kantoor gaan.
Maar als Wandert op een dag besluit dat hij ook artiest wil worden, willen zijn ouders dat niet. ‘Ik wens jou een beter leven toe,’ zegt zijn vader. Maar wat is er nou heerlijker dan muziek maken, zingen en toneelspelen? Wandert wil in het middelpunt van de belangstelling staan en besluit dat hij zichzelf alles moet leren. Artiest worden is vanaf dat moment zijn eigen geheim.

Wandert hoeft geen artiest te worden, want hij is het al. Zijn eerste rol speelt hij op de vensterbank van het huis, zodat de mensen op straat blijven kijken hoe hij de rol speelt van man die een sigaar rookt. De voorstelling eindigt weliswaar op de wc omdat de sigaar hem wat zwaar op de maag valt, maar Wandert heeft geproefd van het succes. Dus hij leert zichzelf tapdansen, voert een komisch nummer op met zijn hond, doet op school alsof hij blindedarmontsteking heeft en solliciteert bij een circus. Onder andere.
Zijn ouders leven intussen hun eigen leven: zijn vader in de rol van flamboyante artiest en zijn eigenzinnige moeder fluit haar man zo nu en dan terug.

Wandert speelt in de jaren ’50. Het verhaal is gebaseerd op de jeugd van de vader van Yvonne Jagtenberg. Het is waargebeurd, maar toch niet helemaal, zegt de auteur, ze heeft de gebeurtenissen naar haar eigen hand gezet. Wandert komt in elk geval levensecht over: een jongetje dat meer op zijn ouders lijkt dat hij zich realiseert, een kind met veel fantasie en nog meer doorzettingsvermogen. Hij vertelt zijn verhaal bijna laconiek, alsof zijn leven heel gewoon is. Maar uit alles blijkt dat Wandert geen dooievisjesvreter is of er ooit een zal worden.

De humor in Wandert zit vooral tussen de regels. Een subtiel, klein verhaal over grote dromen, geschikt voor fijnproevers van elf jaar en ouder.

Top