deel 1 van de serie De Grijze Jager
vertaling: Laurent Corneille
Gottmer, juni 2007
Will is een wees. Hij groeit op in kasteel Redmont en hij wil dolgraag toegelaten worden tot de krijgsschool om ridder te worden. Zijn teleurstelling is groot als hij in de leer moet bij de Grijze Jager Halt. Grijze Jagers zijn in Will’s ogen maar griezelig: ze sluipen rond, spioneren en duiken ineens weer op. Toch gaat hij het fijn vinden bij Halt, helemaal als hij merkt dat hij talent heeft om met pijl en boog te schieten en hij vrienden wordt met zijn pony Trek.
Als blijkt dat Morgarath, de heerser over de Bergen van Nacht en Ontij, probeert het rijk binnen te vallen, wordt het menens. Will trekt samen met Halt en Gilan naar een afgelegen plaats, om het spoor van de Kalkara te volgen. Kalkara zijn vreselijke wezens, een soort draken die het gemunt hebben op de oude vijanden van Morgarath. Ook Halt is zo’n oude vijand. Dankzij de hulp van Will weet Halt te ontsnappen aan hun moordzucht en worden de Kalkara gedood. Will heeft er eindelijk vrede mee dat hij geen ridder wordt maar een Grijze Jager, ook al staat zijn land nu aan de rand van een oorlog met Morgarath.
Zo’n fijn ridderverhaal als De brief voor de koning zal niet gauw meer geschreven worden, maar voor wie zin heeft in boeken in de riddersfeer kan gerust De ruïnes van Gorlan eens proberen. Het verhaal komt wat traag op gang – deel twee verschijnt najaar 2007. Will is een prettige held, al blijft hij een beetje oppervlakkig.
De stijl waarin het boek geschreven is, is helaas ook wat oppervlakkig. Bovendien is de schrijver niet vies van cliché’s als ‘de moed zonk hem in de schoenen’ of ‘hij geloofde zijn ogen niet’ en kan de lezer ineens weten wat er in het hoofd van een ander personage dan Will omgaat, terwijl Will duidelijk de hoofdpersoon is. Jammer dat de schrijver niet een betere redacteur tot zijn beschikking had.
Toch leest De ruïnes van Gorlan prettig. Het verhaal is geschreven in de derde persoon enkelvoud, grotendeels vanuit het perspectief van Willl. Het boek start met een proloog vanuit Morgarath, die mogelijk wat kan afschrikken, omdat het verhaal pas begint te leven als Will opduikt. Anderzijds roept de proloog wel spannende vragen op. De ruïnes van Gorlan is geschikt voor lezers vanaf tien jaar.
Bestellen
vertaling: Hanneke Majoor
De Fontein, augustus 2009
Bram Botermans. Als je zo heet, is het leven vast niet eenvoudig. Bram is een brugklasser die zijn groeispurt nog moet krijgen en hij houdt zich staande tussen gorilla’s die zich twee keer per dag moeten scheren. Van zijn moeder kreeg hij een dagboek, maar hij noemt het zelf zijn Logboek. De enige reden waarom hij het bijhoudt, is dat hij later, als hij dan eindelijk rijk en beroemd is, geen stomme vragen over zijn jeugd hoeft te beantwoorden.
Zo ver is het nog lang niet. Voorlopig gaat Bram gewoon naar school, met zijn vriend Theo, die hem waar iedereen bij is vraagt of hij ‘na school komt speeeelen’. Nouja, ze doen dan wel computerspelletjes, maar die worden eerst door Theo’s vader gecheckt of ze niet te gewelddadig zijn. Daarom kun je bij Theo alleen autoracen. Thuis vindt zijn vader dat Bram iets actiefs moet doen, zodat daar van gamen al helemaal geen sprake is.
Een jaar lang beschrijft Bram zijn leven op school, in de gymzaal, bij de schoolmusical of op het basketbalveld, en thuis bij zijn afgrijselijke broers Rick en Max en bij zijn beide ouders, die niets van een toekomstig genie begrijpen.
Een duidelijke verhaallijn heeft Het leven van een loser niet te bieden. Het boek is geïllustreerd met zo veel hilarische cartoons, dat het bijna meer op een lijvig stripalbum dan op een roman lijkt. Hierdoor leest het boek heel snel, terwijl het toch 224 pagina’s dik is. Het is dus een tip voor minder gretige lezers, met de aantekening dat de tekst niet in gewone drukletters is afgedrukt, maar in een blokletter-handschrift.
Bram is een irritant, betweterig jochie, maar zijn onderkoelde cynische gevoel voor humor waarmee hij zijn dagelijks leven beschrijft, is zo ontzettend grappig, dat je toch geen hekel aan hem krijgt. Wel bekroop mij een soort medelijden met die arme Theo, want hij kan amper tegen Bram op. Als we Bram mogen geloven, tenminste.
Dankzij de vertaling is dit boek erg ‘vernederlandst’. Hierdoor komen hoofdstukken over bijvoorbeeld Halloween wat kunstmatig over. Er hoort een aparte website bij het boek: www.hetlevenvaneenloser.nl/jeff_kinney.asp ; inmiddels zijn er twaalf delen verschenen (juni 2018). Het hapt allemaal lekker weg en het is behoorlijk grappig. Het leven van een loser is geschikt voor (luie) lezers en stripliefhebbers vanaf tien jaar.
Lemniscaat, mei 2007
In deze recensie staat informatie over de afloop van het verhaal
Het is 40 jaar na de troonsbestijging van koning Stach. Geitenhoeder Koss ontmoet op zijn berg een oude vrouw wier zoon lang geleden ontvoerd is. Vlak voor ze sterft vraagt ze aan Koss om haar zoon te gaan zoeken. Met 3000 dukator op zak trekt de jongen vervolgens Katoren in. In elke plaats waar hij komt, ontdekt hij iets wat hem bevreemdt: in Minder proberen de bewoners met behulp van schadeclaims rijk te worden, in Regelrecht is men dol op bureaucratie en in Loonstad wonen mensen die alleen maar werken en hun kinderen overlaten aan de oppas. Eenmaal in Cnocke-en-Spalk ontmoet Koss Vulcana, op wie hij verliefd wordt. Om iets te doen tegen de wapenhandel tussen Katoren en El-Ende blaast hij een munitietrein op. Koss wordt gevangengezet, maar met hulp van Vulcana en alle vrienden die hij tijdens zijn reis ontmoet heeft, wordt hij tijdens zijn rechtszaak vrijgesproken.
Veertig jaar na Stachs reizen is Katoren veranderd in een land met nieuwe problemen. Je zou in de tussentijd van koning Stach meer actie verwachten, maar blijkbaar is hij na zijn troonsbestijging blijven zitten waar hij zat. Dat doet wat vreemd aan. Ook is het merkwaardig dat Koss gewoon geitenhoeder kan zijn, terwijl in de rest van het land mensen internetten en mobiel bellen. En waarom zijn de steden nog steeds een soort eilandjes met ieder hun eigen probleem? Wat je in het sprookjesachtige Koning van Katoren gewoon accepteerde, is in een hedendaagse omgeving erg ongeloofwaardig.
Stach trok eerder ook door het land en kwam in plaatsen met rare problemen, maar Stach zorgde voor een oplossing. Koss blijft een toeschouwer, die pas op bladzijde 144 in actie komt. Pleegt een jongen die alleen geiten heeft gehoed wel een aanslag op een trein? Nogal heftig voor iemand met zijn karakter.
De zoektocht naar de ontvoerde zoon van de oude vrouw speelt in het begin van het boek nog wel een rol, maar eenmaal in Cnocke-en-Spalk verdwijnt de onbekende zoon vele hoofdstukken finaal van het toneel, om op de een na laatste bladzijde ineens op te duiken. Tja. En tenslotte is die rechtszaak tegen Koss helemaal ongeloofwaardig.
Kortom: Zoektocht in Katoren is een onevenwichtig boek, een slap aftreksel van Koning van Katoren, al is het goddank minder nadrukkelijk moralistisch dan gevreesd. Het leest lekker; elfjarigen die net Koning van Katoren uit hebben, kunnen gewoon doorstomen. Voor volwassenen op zoek naar jeugdsentiment heeft het boek helaas niets te bieden.
Bestellen
Pagina 12 van 12