Kluitman, oktober 2019
Noor lijkt te zijn vastgelijmd aan haar telefoon; ze zit zo vaak op haar schermpje te turen dat haar cijfers op school eronder lijden. Ze is dan ook helemaal niet blij als haar moeder haar naar een afkickkamp stuurt, waar ze een telefoonloze tijd tegemoet zal gaan.
In het zomerkamp komen allerlei jongeren bij elkaar die moeten afkicken van ‘iets’: hun telefoon, gamen, eten, shoppen. Niemand heeft er veel zin in, dus dat schept al gauw een onderlinge band. Bovendien is Tony, de leider van het kamp, een vreemde figuur met zijn Amerikaanse accent, zijn spierballen en zijn veel te korte broekjes.
Noor wordt verliefd op Rowan die afkickt van gamen en sluit vriendschap met rare Mia die een eersteklas hacker blijkt te zijn. Heeft Mia gelijk als ze beweert dat er verborgen camera’s in het kamp aanwezig zijn, of ziet ze spoken? En is Tony wel een hulpverlener, of heeft hij heel andere plannen met zijn jongerenkamp?
Meiden zoals Noor zijn er wel meer - en alleenstaande moeders zoals de hare ook. Noors vader overleed drie jaar voor de aanvang van het verhaal aan kanker, dus daarmee is Noors verslaving aan haar telefoon eenvoudig verklaard. Noor heeft nog veel verdriet om haar vader en probeert met die telefoon haar verdriet te onderdrukken. Juist.
Het is psychologie van de koude grond; heel wat jongeren zijn ook zonder overleden ouder niet van hun scherm los te weken. Zo niet de jongeren op het zomerkamp; die lijken allemaal minstens gescheiden ouders of een gehandicapt broertje te hebben. Het wekt de indruk dat alleen jongeren met een fiks probleem verslavingsgevoelig zouden zijn.
De verleiding is een dun boekje, 95 pagina’s. Aanvankelijk verloopt het verhaal traag. De eigenlijke ontknoping wordt er in zes bladzijden doorheen gejast, zodat je na de laatste bladzijde verbaasd constateert dat het boek al uit is.
Daarnaast staan er nogal wat overbodige zinnen in het boek als ‘Het is donderdagochtend, half acht ’s ochtends. Ik moet straks naar school.’
Wie een paar jaar terug de media heeft gevolgd, weet op wie en welke gebeurtenis het verhaal gebaseerd moet zijn. Vanwege het thema, de eenvoudige opbouw van het verhaal en het geringe aantal pagina’s is De verleiding een makkelijk leesbaar (en wat slordig en kort-door-de-bocht) boek voor minder-ervaren lezers van dertien jaar en ouder.
Ploegsma, september 2019
Sinds haar moeder weg is, is Emma’s vader weggegleden in een depressie. Emma doet het huishouden en zorgt zo ongeveer voor haar vader. De buren hebben de kinderbescherming gewaarschuwd en Emma wordt uit huis geplaatst. Ze komt bij keurige pleegouders terecht die haar doen en laten nauwkeurig controleren.
Emma en haar beste vriend Rik zijn het erover eens dat Emma terug naar huis gaat en dat Emma’s vader dus weer op de rails moet komen. Daarvoor bedenkt Rik een plan: als de band waar Emma’s vader in de jaren ’80 speelde, weer bij elkaar komt en muziek gaat maken, voelt Emma’s vader zich vast snel beter. Maar de band Ondersteboven (bekend van de hit ‘Moedermavo’) ging dertig jaar geleden met ruzie uit elkaar. Bovendien mag Emma momenteel geen contact hebben met haar vader, is een bandlid spoorloos en hebben de andere leden niet zo veel zin in een reünie.
Henk Hardeman zet de vaart erin in Hoe ik mijn vader redde. De uithuisplaatsing van Emma wordt binnen een paar bladzijden geregeld, er komt zelfs geen rechter aan te pas. Daarnaast lijken de zijige pleegouders van Emma (“wij zijn niet boos, wij zijn teleurgesteld”) ook al niet zo geschikt voor hun werk. Wanneer de lezer deze niet zo geloofwaardige hobbel voor lief neemt, rolt het verdere verhaal door als een prettige feel-good-story.
Want ondanks de nodige problemen in Emma’s omgeving, blijkt overal een oplossing voor te zijn. Met hulp van wat toeval (de alleenstaande moeder van Rik is bijvoorbeeld muziektherapeute geweest) ziet Emma’s vader na een tijdje het leven weer zitten, de bandleden komen uiteindelijk bij elkaar, niks ruzie meer over geld of vrouwen, Emma gaat aan het einde terug naar huis en de lezer slaat het boek tevreden dicht.
Na een aantal boeken voor lezers op de basisschool is Hoe ik mijn vader redde het eerste boek voor twaalf-plus dat Henk Hardeman schreef. Het is een makkelijk leesbaar boek over muziek, verliefdheid en vriendschap; het verhaal verloopt zonder flash-backs en het vertelperspectief blijft bij Emma. Wat er met de moeder van Emma aan de hand is, dringt langzaam tot de lezer door en geeft het verhaal iets extra’s. Hoewel Hoe ik mijn vader redde 218 bladzijden telt, is het ook geschikt voor minder gretige lezers. Lekker lezen voor meiden van twaalf jaar en ouder.
vertaling: Lydia Meeder en Barbara Zuurbier
Lemniscaat, april 2019
Nadat ze uit hun huis zijn gezet, wonen Felix en zijn moeder Astrid in een kampeerbusje. Het is alleen maar voor deze zomer, heeft Astrid gezegd, zodra ze een nieuwe baan heeft, vinden ze ook weer een nieuw huis.
Maar de zomer is voorbij, Felix’ eerste schooljaar op de middelbare school begint, het wordt zo zoetjesaan te koud om te kamperen en er is nog geen zicht op een goede baan, laat staan op een woning. Felix besluit dat niemand mag weten dat hij dakloos is. Hij is bang dat hij dan bij zijn moeder wordt weggehaald. Dus gaat hij twee keer per week onder de douche in het buurthuis, doet hij zijn grote boodschap op de wc op school (en wast hij zich daar ook, als het zo uitkomt), zorgt hij voor zijn moeder en vertelt hij leugentjes-om-bestwil aan zijn vrienden, ook al stapelen die leugentjes zich op tot een warboel van leugens.
Dan is er ineens de mogelijkheid mee te doen aan een televisiequiz. Felix meldt zich aan en dringt door tot de selectie. De winnaar van de quiz krijgt een fors geldbedrag, waarmee heel wat problemen van Felix en zijn moeder worden opgelost. Felix móét dus winnen.
Wie eerder een boek van Susin Nielsen heeft gelezen, herkent het patroon: een kind in een afwijkende situatie, met een ouder die niet helemaal spoort, terwijl het kind probeert te doen alsof hij alles onder controle heeft. Op Felix raak je net zo gesteld als op bijvoorbeeld Ambrose uit Woordnerd (2017) of op Henri, Alberta en Farley uit Het ongemakkelijke dagboek van Henri K. Larsen (2018). Alberta speelt in Adres onbekend nog een heel klein rolletje omdat haar broertje Dylan de beste vriend van Felix is. Dylan is een fantastische vriend; ook al zo’n personage dat je bijblijft en waarvan je stiekem zou willen dat jij ook zo’n trouwe mafkees in je vriendenkring had.
Adres onbekend leest heerlijk weg, is humoristisch en stevent af op een ontzettend happy end, ondanks de pech die Felix heeft. Een happy end dat zo happy is dat het eerlijkgezegd nogal klef wordt, maar het is ook een einde dat je een lieve, grappige jongen als Felix zo ontzettend gunt.
Adres onbekend brengt een zwaar onderwerp toch lichtvoetig onder de aandacht. Een feelgood-boek met inhoud, voor dertien jaar en ouder.
Van Goor, februari 2019
Holden en zijn zus Prissy leven in een ideale wereld. Het is al lang na de Bange Jaren, waarin de aarde ten onder dreigde te gaan aan de klimaatsverandering en waarin de derde wereldoorlog zou uitbreken. Gelukkig stonden er toen mensen op die zorgden voor de Grote Ommekeer. De aarde werd gered, mensen gingen klimaatneutraal leven en vijf nieuwe leiders waken ervoor dat iedereen zich aan de regels houdt.
Holden houdt zich er niet aan. In tegenstelling tot Prissy is hij rebels, heeft hij de tracker uit zijn persoonlijke brace gesloopt en gaat hij op onderzoek uit in verboden natuurgebieden. Wanneer hij illegaal vuurwerk afsteekt op Happy Day, wordt hij gearresteerd en overgebracht naar het Cliffton Instituut. Het is de plaats waar eerder zijn vader overleden is. Holden is vastbesloten te achterhalen hoe het komt dat zijn pa (en ook nog andere mensen) er stierven. Intussen wordt Prissy gevolgd door hackers die ook iets geheimzinnigs op het spoor zijn. Ze wil Holden bevrijden uit het Cliffton Instituut, maar zoiets is vrijwel onmogelijk.
H@ck is een dystopische roman: een overheid die met iedereen het beste voor lijkt te hebben, maar er heel lange armen op nahoudt, mensen die onder de plak worden gehouden, een verontrustend toekomstbeeld, iedereen een brace die alles van je registreert. En een rebelse jongen die het niet pikt. Het is een recept dat eerder is vertoond.
H@ck is wél spannend. Holden en Prissy zijn beide hoofdpersonen, de hoofdstukken wisselen tussen de twee perspectieven. Dat heeft als voordeel dat je dankzij de cliffhangers snel doorleest, omdat je graag wil weten hoe het verder gaat.
De afknapper komt aan het einde: het boek blijkt het eerste deel van een serie. Het verhaal is min of meer afgerond, maar er zijn nog heel wat open lijnen én Prissy blijkt verdwenen of ontvoerd te zijn. ‘Wordt vervolgd’. Wanneer je wil weten hoe het verder gaat, moet je dus geduld hebben tot het volgende boek verschijnt. Onbekend wanneer dat is.
Mirjam Mous heeft heel wat prima en populaire jongerenboeken geschreven, zoals Boy 7 of 2C. H@ck is niet haar beste boek, al is het toegankelijk geschreven en biedt het veel spanning. Het is een dikke pil van bijna 400 bladzijden, geschikt voor liefhebbers van toekomstboeken als Matched (Condie, Lemniscaat, 2010) of Inwijding (Roth, van Goor, 2012). Dertien jaar en ouder.
Hoogland & Van Klaveren, maart 2019
Het zal je maar gebeuren: vanaf je derde kun je lezen en vreet je het ene boek na het andere, maar als je dertien bent, stuurt je moeder je naar een therapeut en die zegt dat je drie maanden lang geen boek mag aanraken. Je mag alleen kijken, luisteren, denken en schrijven. Om het leed te verzachten, mag je beginnen met lezen als je op één dag niet meer dan twee keer liegt.
Sallie Mo gaat de uitdaging aan. Nu ze toch niks beters te doen heeft, besluit ze een boek te schrijven over haar zomervakantie. Net als anders kampeert ze met haar alleenstaande moeder op een Waddeneiland, net als anders kamperen Dylan en zijn moeder én Beitel en Donnie en hun moeder er ook. De moeders zijn op hun jaarlijkse mannenjacht en Sallie Mo besluit om de komende twee weken het hart van Dylan te veroveren. Alleen valt Dylan niet voor haar, maar voor Jackie, een meisje dat is weggelopen en zich met haar broertjes verstopt in een bunker in de duinen. Het worden twee woelige weken, waarin Sallie Mo observeert, denkt en schrijft en de situatie al gauw gierend uit de hand loopt.
Wat een boek! Natuurlijk zit Sallie Mo voor haar tentje niet alleen maar braaf te pennen over de vakantie, ze schrijft over alles wat er in haar hoofd lijkt op te komen: leugens versus de waarheid. Haar opa David. Leven en dood. Shakespeare. Hamlet. Euthanasie. Economische crisis. Feminisme. Verliefdheid. Democratie. Corrupte bankiers. Politiek. Danspasjes ‘als een eend op punaises’. Vreemdgaan. Filosofie. Integratie. De gekste dingen waar een dertienjarige wellicht nog niet eens aan denkt, maar Sallie Mo wel. En je gelooft haar op haar woord. Want Sallie Mo dendert je hoofd binnen, met Beiteltje en Dylan in haar kielzog.
Waar Bizar nou eigenlijk over gaat, is onmogelijk samen te vatten. Het gekke is dat de verhaallijn er niet eens zoveel toe doet. Wat is trouwens waarheid van wat Sallie Mo schrijft, en wat verzint of ‘liegt’ ze? Het is de taal van Sjoerd Kuyper die je verder laat lezen, de prachtige zinnen. Verzonnen dingen zijn vaak de mooiste en het zou zonde zijn om die niet op te schrijven. En zulke zinnen staan er op elke bladzijde!
Het plezier in het vertellen, de vaart die in het boek zit, iemand als Beiteltje van wie je verschrikkelijk veel gaat houden; Bizar is een boek om telkens opnieuw te lezen. Een bizar, overrompelend, complex en fantastisch boek voor lezers vanaf twaalf jaar (en veel ouder).
Blossom Books, februari 2019
Drie generaties, drie vrouwen. Ans verloor in 1944 bij het bombardement op Nijmegen haar oudere zus Corrie. Eva ruziet in de jaren ’80 met haar moeder Ans omdat haar moeder krampachtig doet alsof ze een modelgezin zijn, terwijl Eva haar vleugels uit wil slaan. En Julia is anno nu verzot op wielrennen, terwijl haar moeder Eva vindt dat ze niet zo veel tijd aan sporten moet besteden en haar vrienden gewoon op school moet zoeken.
Wanneer oma Ans naar een verzorgingshuis gaat, helpt Julia mee om oma’s huis op te ruimen. Ze neemt wat spulletjes van oma mee naar huis: een verpleegstersspeld, een Jeugdstormspeld en een stapeltje oude brieven. Het zijn brieven die haar oma tijdens en vlak na de oorlog schreef aan Corrie, die toen al dood was.
Julia ontdekt dat er een geheim in de familie is. Waarom heeft haar moeder Eva geen contact meer met oma? Wat betekent die Jeugdstormspeld? En waarom mag zijzelf niet lekker wielrennen? Julia probeert te achterhalen wat er aan de hand kan zijn, maar dat valt niet mee als iedereen zwijgt over het verleden.
Dat een oorlog generaties later nog kan doorwerken, toont Grondvuur wel aan. Oma Ans is getraumatiseerd, niet alleen doordat ze ooggetuige was van het bombardement en daarbij haar zus verloor, maar ook omdat ze uit een ‘fout’ gezin kwam. Dat laatste geheim heeft ze altijd verzwegen, waardoor decennia later zowel haar dochter Eva als haar kleindochter Julia zich beknot voelden in hun ontwikkeling.
Grondvuur heeft drie perspectieven: Ans, Eva en Julia. De valkuil dat hierdoor alle drie de hoofdpersonen in oppervlakkigheid blijven steken, is gelukkig vermeden. Hoewel ze het minste aantal pagina’s krijgt, is vooral oma Ans interessant. Met name de epiloog zorgt op de valreep voor een verrassende wending in het verhaal, een geheim waardoor de lezer pas echt begrijpt welk enorm schuldgevoel Ans de rest van haar leven met zich meedroeg. Julia denkt dat het goed is om te waarheid te kennen, maar misschien is het toch beter als er over sommige geheimen gezwegen wordt.
Grondvuur gaat niet zo zeer over het bombardement op Nijmegen, maar wel over de gevolgen van de oorlog. Een indrukwekkend boek voor lezers van veertien jaar en ouder.
vertaling: Annelies Jorna
Lemniscaat, december 2018
Rob probeert zo onopvallend mogelijk door het leven te gaan, want hij heeft last van paniekaanvallen die hem volledig uitschakelen, en die aanvallen krijgt hij vooral als de aandacht op hem gericht is. Maar dan komt er een nieuw meisje bij hem in de klas! Ze heet Destry Camberwick (en nee, dat is geen naam van een rockband uit de jaren ’80, zoals de opa van Rob veronderstelt) en Rob is meteen bij de eerste aanblik smoorverliefd op haar. Maar hoe moet hij nou Destry’s aandacht op zich vestigen als hij tegelijkertijd doodsbang is voor aandacht?
Zijn beste vriend Andrew probeert hem over zijn verlegenheid heen te helpen, zonder veel resultaat. Dan komen er anonieme berichtjes op Robs mobiel binnen, van iemand die hem wil helpen meer zelfvertrouwen te krijgen. Is Rob bereid een aantal uitdagingen aan te gaan, en zo zichzelf te leren waarderen?
Natuurlijk gaat Rob de uitdagingen aan! Ook al weet hij niet wie van zijn vrienden /kennissen /familieleden er achter de appjes zit. Het resultaat is een behoorlijk humoristisch boek over een jongen die op heel merkwaardige manieren over zijn angsten probeert heen te komen. Daarin wordt hij gesteund door Andrew en door de eerdergenoemde opa; een grootvader die cynisch, mopperig en fantastisch is. Rob en zijn opa hebben een bijzondere band, een band die je iedere buitengewoon onzekere jongen zou gunnen. Rob zelf heeft gelukkig veel zelfspot, waardoor het boek heel veel lucht krijgt en bij vlagen zelfs hilarisch is.
Een geweldig verhaal – tot aan bladzijde 237. Dan komt er ineens een plotwending uit de lucht vallen, die voor de lezer - eufemistisch gezegd - nogal verrassend is. Als je terugbladert, begrijp je wel wat meer van de problemen van Rob en zie je kleine hints, maar deze onthulling had toch wel iets beter voorgekookt mogen worden.
En als je daarna doorleest, komt er op bladzijde 250 nog een plotwending, en deze is ronduit flauw. Zó jammer van dit mooie boek!
Sla daarom de laatste acht pagina’s alsjeblieft over, want die waren helemaal niet nodig. Verder is Een lied dat alleen ik kan horen een heerlijk leesbaar en herkenbaar boek voor onzekere én zelfverzekerde lezers vanaf veertien jaar.
Van Holkema & Warendorf, oktober 2018
Brugklasser Dex heeft het niet makkelijk. Hij zit boordevol energie en wil het liefst de hele dag bewegen, maar moet helaas naar school. Dat betekent dat hij de hele dag op zijn stoel moet zitten en bovendien wacht er thuis nog huiswerk.
Omdat Dex’ cijfers niet al te best zijn, maakt hij met zijn mentor de afspraak dat hij zich voor 100% gaat inzetten. Als Dex zijn best doet, zorgt meneer Hendriks ervoor dat Dex met de rest van de klas overgaat naar de tweede. Dex wil graag bij zijn vrienden in de klas blijven, maar het is zo moeilijk om vol te houden! Hij voelt zich net Dexter-Jan-Roderick, zo braaf als hij zich moet gedragen.
En dan staat er nog een schoolreis naar Canterbury op het programma. In Engeland eten ze vast alleen maar gore dingen: frieten met azijn enzo. Dus Dex en zijn vrienden bedenken een manier om hun eigen eten mee te nemen. Ze loten en Dex is degene die zijn koffer helemaal vol gaat stouwen met chips, chocola, winegums en energydrank. Maar is dat wel zo’n goed idee als het lijkt?
We kennen Dex al uit Dex – Over school en andere ellende. Hij is nog steeds die stuiterende brugklasser, al heeft hij intussen zijn draai wat meer gevonden op dat Apollo College. Auteur Mijke Pelgrim is zelf docente op een middelbare school; het kan niet anders of ze heeft dagelijks meerdere Dexen in haar klassen zitten.
Dex (en zijn klasgenoten!) zijn volkomen herkenbaar, zonder karikaturen te worden. De ellende als je op een dag veel biologiehuiswerk hebt én die rottige aardrijkskundetoets moet leren, dat kent ook iedereen. En daarna is de hele klas in paniek, want plannen, dat vergt nogal wat van een brugklasser die bij de dag leeft.
Ook in dit boek maakt Dex een ontwikkeling door. Hij is de klos en moet een koffer met twintig kilo snoep meezeulen en daar wordt door één jongen nogal misbruik van gemaakt. Dex moet leren om voor zichzelf op te komen, maar dat valt nog niet mee.
Dex – over vrienden en andere bagage sluit naadloos aan bij het eerste deel. Het wachten is nu op deel drie, want we willen wel weten wat Dex allemaal gaat uitspoken, daar op die schoolreis in Canterbury!
Een prettig leesbaar, humoristisch en met vaart geschreven boek voor (toekomstige) brugklassers. Twaalf jaar en ouder.
met medewerking van Pip Barnard
Lemniscaat, september 2018
Mortlake bij Londen, 1950. Davey is lid van een zeeverkennersgroep. Binnenkort staat hem een groot avontuur te wachten: samen met zijn beste vriend Brian en met acht andere seascouts zal hij met een Whaler (een walvisvaarderssloep) de Theems afroeien en dan bij Dover het Kanaal oversteken naar Calais. Hij verheugt zich ontzettend op deze reis. Maar de reis gaat voor Davey niet door: vlak voor de Wangle III zal vertrekken, wordt hij ziek. Een andere jongen neemt zijn plaats in.
Op zondag 20 augustus zal de sloep met de tien seascouts weer terugkeren. Davey wacht op hen bij het clubhuis, maar de boot komt niet binnen. Eerst wordt gedacht dat de sloep vanwege het slechte weer een dag later uit Calais vertrokken is, maar ook de volgende avond komt de Wangle niet. En de dag daarna ook niet. Het hele stadje Mortlake zit in spanning: iedereen is wel familie of vriend van een van de vermiste bemanningsleden. Er wordt alarm geslagen en er start een grote zoekactie. Zonder resultaat. Pas op 14 september komt er bericht dat er twee lichamen zijn aangespoeld op Texel in Nederland. Daarna worden er nog vier lichamen gevonden bij andere Waddeneilanden. De teruggevonden scouts krijgen uiteindelijk een gemeenschappelijk graf op Texel.
Het verhaal in Het Kompas is waar gebeurd, al zal de auteur over Daveys aandeel wel wat gefantaseerd hebben. Het is goed invoelbaar hoe de jongen in de war raakte, nadat hij zich realiseerde dat hij zelf aan de dood ontsnapt is. Bovendien moet hij verder zien te leven met de wetenschap dat zijn vrienden van de seascouts verdronken zijn.
In het tweede deel van Het kompas vertelt Joyce Pool over de speurtocht rondom het verhaal over de verdwenen seascouts. Ze bezocht verschillende plaatsen in Nederland, Engeland, Frankrijk en Duitsland, sprak er met mensen, zocht in archieven en bezocht de plaatsen waar de scouts geweest waren, of waar hun lichamen aanspoelden. Dit deel van het boek is royaal geïllustreerd met oude en recente foto’s, krantenberichten, documenten en briefjes.
Resultaat is een fascinerend boek over een mysterie dat nooit helemaal opgelost is. Niemand zal ooit weten wat er precies met de Wangle III gebeurd is. Het kompas is een mooi verzorgd boek, een soort monument voor de tien jongemannen die bijna zeventig jaar geleden verdronken. Een indrukwekkend stukje geschiedenis voor dertien jaar en ouder.
Ploegsma, augustus 2018
Wende is de dochter van Flora Hofman: een beroemde actrice en presentatrice. Ze kan niet met haar moeder over straat zonder dat mensen haar herkennen en foto’s maken.
Kim wil juist niets liever dan beroemd worden. Ze vlogt over haar leven, in de hoop dat heel veel mensen haar leren kennen en haar vlog heel veel volgers en likes krijgt.
Senna doet aan wedstrijdzwemmen. Ze wil later dolgraag meedoen met de Olympische Spelen. De roem interesseert haar niet, ze wil gewoon de allerbeste tijden neerzetten.
Wende, Kim en Senna komen bij elkaar in de brugklas en raken bevriend. Wende probeert te verzwijgen dat haar moeder een BN’er is, maar als het toch uitlekt, willen ineens veel meisjes vriendin met haar zijn en zijn anderen juist jaloers op haar. Kim ook. Ze begrijpt er niks van dat Wende het niet leuk vindt dat haar moeder beroemd is. Senna staat er een beetje buiten. Doordat ze zoveel moet trainen, kan ze vaak niet met haar vriendinnen afspreken. Wil ze wel zo graag blijven zwemmen?
In Fab lees je over drie kanten die ‘beroemd zijn’ met zich meebrengt. Omdat alledrie de meiden een even grote rol hebben (het perspectief wisselt tussen hen drieën), gaat het nergens de diepte in. Vooral Kim blijft oppervlakkig. Ze staart zich blind op alle voordelen van beroemd zijn en blijft maar wanhopige pogingen doen om volgers te trekken met haar vlog. Bovendien beschaamt ze het vertrouwen van Wende en haar moeder om er zelf beter van te worden. Dat werkt dus niet.
Senna is nog het interessantste meisje: zij gaat echt ergens voor en is bereid daarvoor offers te brengen. Nu ze op de middelbare school zit, merkt ze dat ze ook wel graag eens met haar vriendinnen op stap wil. Daar begint iets te wringen, al wordt dat probleem amper uitgewerkt. Zodra Senna weer een wedstrijd wint, besluit ze gewoon te blijven zwemmen.
Fab is precies wat je verwacht als je het boek in je handen neemt: een roze meisjesboek dat heel lekker leest, maar waar in feite veel meer in zou zitten dan wat nu verteld wordt. Daarbij ligt de moraal er nogal dik bovenop: let op meisjes, beroemd zijn kán heel leuk zijn, maar je moet er veel voor opofferen. En uiteindelijk gaat het er toch om wie je bent en niet hoe beroemd je bent.
Fab is een makkelijk leesbaar boek voor een brede groep meiden vanaf twaalf jaar.
vertaling: Lydia Meeder en Barbara Zuurbier
Lemniscaat, mei 2018
Henry en zijn vader zijn verhuisd naar een stad waar niemand hen kent. Henri’s moeder verblijft in een psychiatrische instelling en zijn broer Jesse is dood. Er is iets gebeurd, iets afschuwelijks, iets waar Henry absoluut niet over wil praten en wat niemand mag weten. Het is een groot familiegeheim. Henry noemt het ‘het’.
Van zijn therapeut krijgt Henry een notitieboek om een dagboek in bij te houden. In zijn ongemakkelijke dagboek beschrijft Henry zijn leven thuis en op zijn nieuwe school. Binnen een paar dagen klampt Farley, de grootste nerd van de school, zich aan hem vast. Henry probeert hem af te houden, want hij weet dat nerds pesters aantrekken. Als ze alleen maar dénken dat je bevriend bent met een nerd, dan ben je al de klos. Maar Farley sleept hem mee naar Reach For The Top, een club voor liefhebbers van quizzen over heel veel onzinnige weetjes. En bij die club is Alberta, een meisje dat zo ongelooflijk cool is dat Henry als een blok voor haar valt.
Langzaamaan vindt Henry nieuwe vrienden. Vrienden voor wie hij krampachtig verborgen probeert te houden wat er met Jesse gebeurd is. Tot het toch uitlekt.
Weer zo’n prachtige jongerenroman van Susin Nielsen. In tegenstelling tot haar vorige boeken is ditmaal een tamelijk normale jongen de hoofdpersoon, al heeft Henry wel zo iets verschrikkelijks meegemaakt dat hulp van een therapeut noodzakelijk is. Het zijn juist de mensen in Henry’s omgeving die afwijken van de mainstream: Jesse, Farley, Alberta. Jesse leer je alleen kennen door wat Henry mondjesmaat over hem loslaat, maar Farley en vooral Alberta zijn fantastische personages, die wie je heel erg gesteld raakt.
Het is een absolute verdienste van Nielsen dat ze een onderwerp als het drama wat de familie Larsen overkomt, plus de afschuwelijke gevolgen, toch zo weet je beschrijven dat dit boek niet loodzwaar, drakerig of ontzettend verdrietig is geworden. Dit komt deels doordat ze geweldige personages kan scheppen en deels door de humor in het verhaal. Toch voel je tegelijk het hele boek lang het verdriet van Henry en zijn vader.
Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen is een boek dat je móét lezen, alleen al omdat je Alberta moet leren kennen. En Farley. Heerlijke kost voor veertien jaar en ouder.
Lemniscaat, april 2018
In de stad Radovar wordt alles goed voor je geregeld. Je woont met je familie in een torenflat; wie hard werkt, verzamelt veel punten en mag verhuizen naar een steeds hogere verdieping, met steeds een beetje meer luxe. Maar wanneer er iets fout gaat, kun je ook weer kelderen. En wie de pech heeft helemaal niet in het systeem te passen, kan zelfs in een Onderwijk eindigen.
Jona woont in de flat Sterrenlicht, maar ze voelt zich er opgesloten. Ook haar oma heeft heimwee naar hun oude huis buiten de stad, waar ze woonden tot ze min of meer gedwongen werden naar Radovar te verhuizen. Als Jona haar oma een echte plant wil geven, raakt ze in de problemen. Ze wordt gestraft en dankzij haar verhuist de hele familie naar een verdieping onder de grond. Maar Jona heeft wel de geheimzinnige Kilian en zijn vrienden leren kennen. Zij willen het systeem in Radovar saboteren. Een levensgevaarlijk plan.
De schaduwen van Radovar is een dystopische roman met een systeem waar je alleen in kunt gedijen als je nergens over nadenkt en je schikt naar het regime. Natuurlijk zijn er jongeren die zich verzetten en die opereren vanuit de riolen van de stad. Wat dat betreft lijkt dit boek nogal op De Hongerspelen en op Matched van Ally Condie.
Het verhaal begint wat traag en ook wat voorspelbaar, maar na verloop van tijd wordt het echt spannend. Wie is Kilian nu precies, wat wil hij, is hij wel te vertrouwen? En hoe zit het met de oude Zalman, de concierge van Sterrenlicht? Hoe erg ze het vindt: Jona zelf maakt ook fouten, waardoor ze mensen verraadt.
Wanneer Jona na een mislukte coupe in een soort jeugdgevangenis terecht komt, voel je pas echt de machteloosheid van de mensen die in een dictatuur moeten leven. Je moet zo je best doen om te overleven, dat er totaal geen energie meer overblijft om je te verzetten tegen alle onrecht.
De schaduwen van Radovar mist weliswaar de speelse frisheid van Marloes Morshuis’ debuut Koken voor de keizer (2015), maar is wel een boek om achter elkaar uit te lezen. Het is een verontrustende wereld die geschetst wordt, in een fijn, spannend boek voor wie houdt van toekomstromans. Geschikt voor lezers van dertien jaar en ouder.
Pagina 4 van 7