illustraties: Shamrock (Jeroen Klaver)
De Harmonie, mei 2016
Thematitel Kinderboekenweek 2022
Omdat zijn zus stage loopt in het ziekenhuis van Paramaribo, gaan Kalle en zijn moeder op vakantie naar Suriname. Dat is op zich best oké, maar Kalle heeft mooi geen zin in die georganiseerde jungletocht-per-bootje. Hij dobbert liever op zijn opblaaskrokodil in het zwembad van het hotel. Zijn zus en de gids gaan onderweg een marrondorpje in de jungle bezoeken. Terwijl Kalle in de boot wacht tot ze terug zijn, kruipt er aan boord een joekel van een spin tevoorschijn. Kalle slaat op de vlucht!
In de jungle van Suriname beleeft hij vervolgens het ene avontuur na het andere: hij helpt mee een kaaiman te vangen, hij ziet hoe een groepje illegale goudzoekers zijn klasgenoot Denzel ontvoeren, hij vecht met een wurgslang, is de frisbee van een groep apen en hij ontmoet nog een oude bekende. Het duurt nog een hele tijd voor Kalle rustig in het zwembad kan dobberen.
Kalle en het oerwoudgoud is het derde boek over Kalle. Het boek is soms een tikje lastig te volgen als je de andere boeken niet kent. Dat bijvoorbeeld Denzel en Soumaya klasgenoten van Kalle zijn, maak je uit de tekst wel op, maar wanneer in het zesde hoofdstuk een pratend schotelvarken opduikt, dan blader je toch even terug omdat je denkt dat je iets gemist hebt.
Tot en met het derde hoofdstuk is het verhaal realistisch. Daarna volgen de rare belevenissen van Kalle elkaar in een hoog tempo op. Het is allemaal niet zo geloofwaardig, maar in de sfeer van het verhaal kun je er wel zo ongeveer in mee. Al krabt de volwassen lezer zich bij dat schotelvarken – dat ergens uit de ruimte komt vallen - wel even achter de oren.
Lezers die gewend zijn aan de grappen en grollen van De Waanzinnige Boomhut hebben er waarschijnlijk geen moeite mee. Kalle is bijna even royaal geïllustreerd als de boeken uit deze serie, met cartoon-achtige zwart-wittekeningen waarop Kalle een grote kuif heeft en de ‘afwasborstelspin’ met zijn harige lijf en poten griezelig over de bladzijden kruipt.
Kortom: Kalle en het oerwoudgoud is een bizar oerwoudavontuur voor liefhebbers van de Boomhutboeken, voor lezers vanaf ongeveer acht jaar.
illustraties: Leon ter Molen
Lemniscaat, juni 2022
De oma van Sjuul houdt van gedichten. En omdat Sjuul na schooltijd elke dag naar oma gaat, krijgt ze er heel wat te horen. Maar zelf houdt ze niet van gedichten. Zegt ze.
Wanneer ze in de bibliotheek Luca ontmoet, is het wel handig dat oma zoveel gedichten kent. De oma van Luca is net overleden en hij is op zoek naar een gedicht dat hij tijdens haar uitvaart kan voorlezen. Maar Luca zoekt nog iets. Of meer: iemand. Want zijn oma had een hond en die moet nu naar het asiel. Sjuul en Luca bedenken samen een plan om Bella uit het asiel te redden. Het is niet zo’n best plan, daar komen ze al snel achter. Maar gelukkig is de oma van Sjuul er nog.
Er is amper een gehaktbal te bekennen in dit debuut van Saskia de Jong, want de moeder van Sjuul is vegetariër. Er is wel veel poëzie; in totaal zijn er zeventien (min of meer bekende) gedichten in het verhaal verweven. Het gaat vaak om redelijk toegankelijke poëzie van onder andere Bette Westera, K. Schippers en Ted van Lieshout; gedichten die kinderen misschien al kennen of anders kennis laten maken met het spelen met taal. Want Sjuul beweert dat ze niet van gedichten houdt, maar wat niet is, kan gemakkelijk komen. Ze schrijft in elk geval al haar eigen elfjes.
Sjuul is een wat wijsneuzerig meisje – enig kind, alleen een moeder, onbekende donorvader, lieve eigenzinnige oma – kortom: een kinderboekenkind. Wat ze allemaal zegt en denkt, is net iets té mooi, té bedacht. Tel daar de poëzie bij op, het thema ‘dood’ of ‘rouwverwerking’ (want niet alleen Luca’s oma overlijdt, maar ook de vader van meester Pieter) en je krijgt een boek dat net iets teveel geconstrueerd, opgepoetst en gepolijst is. Gelukkig dat hond Bella opduikt, want zij geeft het verhaal het geblaf en de hondendrollen die het hard nodig heeft.
Boven elk nieuw hoofdstuk staat een kleine zwartwit illustratie, de bladspiegel is ruim en het lettertype is vrij groot, zodat het boek ook aantrekkelijk oogt voor kinderen met leesproblemen.
Het boek is geschikt voor liefhebbers van gedichten, of van honden, of van allebei, vanaf ongeveer negen jaar.
illustraties: Milja Praagman
Van Holkema & Warendorf, mei 2022
De dappere ridster is terug! Voor wie het gemist heeft: een ridster is een meisjesridder die op haar fiets door de stad scheurt, op zoek naar mensen en dieren die haar hulp nodig hebben. Ze is moedig en onverschrokken, tuft als het tegenzit op de grond, zegt dingen als ‘Krijg nou roest!’ en gaat daarna gewoon verder. Want een ridster heeft altijd wel wat te doen.
In dit tweede boek beleeft de ridster elf nieuwe avonturen. Ze helpt Hazem, die vandaag een spreekbeurt heeft en niet goed durft. Hazem houdt zijn spreekbeurt vervolgens over ridsters en dat gaat heel goed, want hij brengt een echte ridster mee naar school.
De ridster helpt ook Fietje van de Kinderboekwinkel. Er komen steeds minder kinderen een boek kopen. Volgens de ridster ligt dat niet aan de kinderen die alleen maar filmpjes willen kijken, maar juist aan de ouders, de juffen en de meesters die geen verhalen meer vertellen. En daar weet de ridster wel raad mee! Zo fietst de ridster door de stad en helpt ze hondjes, oude dametjes, reuzen en verliefde koks. Want een goede ridster…
O, o, wie wil er nou geen ridster worden als ze later groot is? Na het lezen van dit boek, wil je onmiddellijk op je fiets springen om te kijken wat je kunt betekenen. Achterin Meer avonturen van de dappere ridster staan gelukkig tips voor toekomstige ridsters (en ridders) en kun je een test doen om te zien of er een ridster in je schuilt. De grote lol van dit boek is dat de heldin een ontzettend stoere meid is. Eentje die zich niks aantrekt van rolpatronen, maar onverschrokken haar gang gaat. Het boek is een feest om voor te lezen.
Op de zwierige, grappige tekeningen van Milja Praagman stuift de ridster over de bladzijden. Het hoogtepunt is natuurlijk de illustratie op bladzijde 38, waarop de ridster langs de drukke kinderboekwinkel fietst. De insider herkent de gevel van de kinderboekwinkel in Utrecht.
Meer avonturen van de dappere ridster is een boek waar zelfs meisjes die in hun meest roze, glitterende prinsessenperiode zijn van smullen. En verder is het natuurlijk geschikt voor al die andere kinderen die houden van grappige, stoere, avontuurlijke verhalen. Leer je band plakken binnen vier minuten, pak je zwaard en ga op pad naar de boekhandel! Voorlezen kan vanaf ongeveer zes jaar, zelf lezen vanaf acht jaar. En vergeet niet om het eerste boek Avonturen van de dappere ridster ook te lezen.
Leopold, september 2018
CPNB Thematitel Kinderboekenweek 2022
Na het overlijden van zijn vader, verhuist Silas naar het zuiden van het land, waar zijn moeder oorspronkelijk vandaan komt. Zijn moeder vindt werk in een landhuis en soms gaat Silas met haar mee. Hij mag van de directrice niet binnen komen, maar hij verkent er de tuin en de bossen en hij sluit vriendschap met Johanna, een oude, blinde vrouw die in de torenkamer woont. En daar is ook Rinke, de avontuurlijke kleindochter van de bakker, die in tegenstelling tot Silas een echt buitenkind is, dat alles weet over de natuur.
Hoewel Silas van zijn moeder niet alleen het bos in mag, doet hij het toch. En zo komt hij oog in oog te staan met een wolf; een prachtig dier met een dood konijn in zijn bek. Van Johanna mag Silas aan niemand vertellen dat er een wolf in het bos zit. Kamiel de kok is een jager en er zijn meer mannen die jagen in het dorp. Maar de wolf bijt schapen dood en er worden sporen gevonden van zijn poten, dus lang blijft de wolf niet geheim. Rinke bedenkt een plan om de wolf te verjagen. En dat is een gevaarlijk plan, ook voor een meisje dat denkt dat ze de bossen als haar broekzak kent.
Silas wordt in het dorp met open armen ontvangen. En dat is heerlijk, want de lezer wordt nu niet afgeleid omdat de hoofdpersoon eenzaam is of gepest wordt. Silas is weliswaar het nieuwe jongetje uit de stad - dat moet wennen aan de mores van het dorp, waar iedereen elkaar lijkt te kennen en waar hij uitgelachen wordt als hij een patrijs aanziet voor een pauw - maar iedereen is aardig voor hem. Als blijkt dat hij heel goed kan voorlezen, mag hij namens de klas meedoen met de regionale voorleeswedstrijd, dus dat is meteen een goede opsteker.
De wolf houdt de spanning erin. Er is het geheim dat Silas stiekem het bos is ingegaan, daarna mag hij niets vertellen van Johanna. De kok Kamiel is een aardige man, ondanks dat hij een jager is. Bazige Rinke reageert heel nuchter op alles wat in de natuur gebeurt, maar ze wil later toch dierenarts worden, om dieren beter te maken, in plaats van ze dood te schieten. In haar vindt Silas een bondgenoot in het redden van de wolf.
Silas en de wolf is een rustig verteld en sfeervol boek. In het dorp en de omgeving kun je de heuvels van Zuid-Limburg herkennen. Een mooi geschreven verhaal, ondanks de sneeuw toch zo warm als je een boek maar kunt wensen. Geschikt om zelf te lezen of om voor te lezen (in de klas) voor lezers vanaf ongeveer negen jaar.
illustraties: Ingrid en Dieter Schubert
Querido, september 2021
CPNB Thematitel Kinderboekenweek 2022
In dit boek lees je over tijgers. Over die ene tijger bijvoorbeeld die blijkbaar geen zin meer had om almaar buiten te slapen en daarom op zoek ging naar een droog en warm plekje. En dat vond hij in het bed van een man in India. De man kwam thuis en trof een heuse tijger aan in zijn bed. Echt gebeurd!
En dan was er die tijger in een dierentuin in Rusland die daar gevoerd werd met levende dieren, zodat hij zelf zijn prooi moest vangen. Tot op de dag dat er een geit in zijn buurt werd losgelaten en de tijger en de geit vriendschap sloten. Dat ging goed tot de geit maanden later met haar horens in de buik van de tijger stootte. Ook echt gebeurd.
Verder lees je over dieren die familie zijn van de tijger, over de strepen op de vacht van de tijger, over hoe hij jaagt, wat hij eet en waar hij woont. Als je dit boek gelezen hebt, weet je alles over tijgers!
Een boek uit de serie Tijgerlezen over tijgers; daar kon je bijna op wachten. Dit non-fictie boek leest als een verhaal - of meer als drie verhalen. Even googelen en je ziet dat het echt gebeurd is: die tijger in India en die tijger in Rusland zijn niet verzonnen. Bibi Dumon Tak is een meester in het vertellen van feiten over dieren, op een manier dat je denkt dat je een verzonnen boek leest.
Een tijger in je bed is daarnaast prachtig geïllustreerd door Ingrid en Dieter Schubert. De tijgers sluipen, rennen, spelen, doen een dutje… ze zouden bijna van de bladzijden af kunnen springen, zo levensecht zijn ze. Het hoogtepunt is de illustratie van een tijger die door het oerwoud sluipt, waarop je kunt zien hoe goed de strepen op zijn vacht als schutkleur werken. Vrijwel alle illustraties zijn in kleur.
Tijgerleesboeken zijn boeken voor beginnende lezers, zonder AVI-aanduiding. Het zijn zonder uitzondering boeken van fantastische kwaliteit; zowel qua tekst als qua illustraties. Kinderen lezen gewoon wat ze leuk vinden of waar ze aan toe zijn. Een tijger in je bed is een van de eenvoudigere deeltjes; het kan gelezen worden door kinderen in groep 3 en/of 4 en verder door iedereen die meer wil weten over tijgers.
De Magische Bieb 1
illustraties: Mark Chambers
Billy Bones, februari 2022
Jonas wordt nogal gepest, omdat hij een beetje dik is. Als een paar vervelende jongens hem achterna zitten, vlucht hij een gebouw in. Het is een bibliotheek, maar wel een heel rare. Het lijkt of een beeldje van een dwerg een van de pestkoppen laat struikelen en een man met lang wit haar en vreemde kleren komt Jonas te hulp als de jongens hem willen grijpen.
Jonas sluit vriendschap met Stan en met Wilgje. Zij laten hem de bieb zien. Eigenlijk houdt Jonas helemaal niet van boeken en van lezen, maar deze bieb is wel heel bijzonder! Het is een prachtig gebouw, met heel veel rare details. Maar er klinkt ook steeds een gek lachje, er vallen zomaar boeken uit de kast, Jonas’ schoenveters zijn ineens aan elkaar geknoopt… Er is een sar ontsnapt uit een magisch boek! Een sar is een soort plaaggeest. Hij moet terug in het boek voor hij de hele bieb op stelten zet.
Welkom in de magische wereld van de boeken! Ook als je – net als Jonas – niet zo van lezen houdt, moet een boek als dit je wel over de streep trekken. Je wil beslist weten wat er in dat rare gebouw gebeurt, wie er steeds zo lacht en wat die geniepige sar allemaal uitspookt. En wie is die meneer Vrolijk eigenlijk? Een tovenaar?
Femke Dekker nam je in de boeken over De Heksenkeet al mee naar een vrolijke toverachtige wereld en dat doet ze in De Magische Bieb opnieuw. Bieb op stelten! is het eerste deel van een serie en het is een boek dat naar meer delen doet verlangen. Het boek is een knipoog naar de magie van het lezen en naar leesplezier. Zelf de niet-lezer Jonas wil volgende week weer met zijn nieuwe vrienden naar de bieb.
Elke zin begint op een nieuwe regel en de zinnen zijn bovendien vrij kort. Het boek is royaal geïllustreerd met grappige gekleurde tekeningen waarop een hoop te zien valt. Gemiddeld genomen zou een kind aan het eind van groep 4 het kunnen lezen, maar dankzij de ruime bladspiegel en de mooie vormgeving is Bieb op stelten! ook heel geschikt voor kinderen met leesmoeilijkheden die al wat ouder zijn. Een gezellig, grappig en tikje magisch boek; voorlezen kan vanaf zes jaar, zelf lezen vanaf ongeveer zeven of acht jaar.
illustraties: Els van Egeraat
Kok Boekencentrum, november 2021
De moeder van Stijn is een arme spinster. Zijn vader moest meevechten bij een veldtocht en keerde niet meer terug, dus Stijn, zijn moeder Marrigje en zijn broertje Gerben hebben niet veel te eten. Op een dag komt er een ridder op een paard langs. Hij biedt Marrigje zeven zilverlingen als hij haar pasgeboren dochtertje Welmoed mee mag nemen. Marrigje stemt toe, want zeven zilverlingen betekent dat ze Stijn en Gerben naar school kan sturen, zodat de jongens een beter leven krijgen dan ze nu hebben.
Met z’n drieën verhuizen ze naar de stad Zuidvene, waar Marrigje trouwt met wijnhandelaar Martijn en waar Stijn en Gerben opgroeien en mee gaan werken in het bedrijf van hun stiefvader. Het gaat goed met hen, maar Marrigje heeft nog altijd spijt dat ze kleine Welmoed heeft verkocht. Stijn besluit op zoek te gaan naar zijn zusje, maar ontdekt al snel dat er iets niet klopt. Waarom wordt hij door ridder Evert in een kerker geworpen? En wie is de jonge Heer Willem van Beekhorst in werkelijkheid?
Waar is Welmoed? speelt halverwege de zestiende eeuw. Wie goed oplet, leest dat ‘Zuidvene’ eigenlijk de stad Zutphen is en dat de plaatsen Bronkhorst en Eerbeek ook in het verhaal voorkomen. Zelfs de Heer en Vrouwe Van Beekhorst hebben echt geleefd, al heetten ze in werkelijkheid Van Bronckhorst-Batenburg. De overige personages zijn fictief.
Het verhaal maakt nu en dan een grote sprong in de tijd en dat is wel eens een beetje verwarrend. Hoe oud is Stijn eigenlijk? Daar kom je niet precies achter. Het gekke is namelijk dat hij – ongeacht zijn stijgende leeftijd – het hele boek door dezelfde wat kinderlijke indruk maakt. Zijn veel jongere zusje Welmoed lijkt aan het einde zelfs ouder te zijn dan hij.
Er worden sprookjesachtige elementen door het verhaal gevlochten, zoals een hert dat zo nu en dan opduikt en de verhalen over prinses Welmoed die Marrigje aan haar kinderen vertelt. Het zijn stijlbreuken. Het boek zou sterker zijn geweest als het verhaal consequent realistisch zou zijn gebleven. Want Waar is Welmoed? is verder een leuk, interessant (en helaas dus een tikje rommelig) verhaal en Agave Kruijssen heeft al eerder laten zien dat ze in staat is het verleden tot leven te brengen.
Geschikt voor lezers vanaf een jaar of negen die van geschiedenis houden.
illustraties: Alex Milway
vertaling: Jesse Goossens
Lemniscaat, februari 2022
Rosa’s vader kan niet langer voor zijn dochter zorgen en dus verhuist Rosa vanuit de stad naar Elandeiland, waar haar oma Nan woont. Dat is wel even omschakelen, want oma woont in een zelfgebouwde blokhut en er zijn verder geen mensen op het eiland. Wel zijn er dieren, heel veel dieren. Rosa is dan ook al snel goede maatjes met de eland Albert die elke dag bij oma Nan een appeltje komt halen.
Als oma Nan en Rosa op een avond zien dat er vanuit een vliegtuigje twee bruine harige dieren aan een parachute naar beneden springen, besluiten ze op onderzoek uit te gaan. In oma’s kano peddelen ze naar de plaats waar de parachutes geland moeten zijn. Het zijn Elsie en Iris Bever. Ze zijn overgeplaatst voor ‘officieel natuurbeheer’, wat betekent dat ze een dam moeten bouwen en van de rivier een soort meer moeten maken met ondiep water. Dat is goed voor jonge vissen, watervogelkuikens, riet, libellen enzovoort. Maar helaas woont de haas Pernikkel net in dit overstroomgebied, zodat zijn huisje en zijn moestuin onder water komen te staan. Dat betekent oorlog, want meneer Pernikkel pikt het niet. Wat nu?
Wie eerder de boeken over Hotel Flamingo gelezen heeft, is al bekend met de wereld van Alex Milway, waarin het volkomen logisch is dat mensen en dieren met elkaar praten. Zo is het ook in Elandeiland. Het blijft onduidelijk waarom Rosa niet meer bij haar vader kan wonen en het is even omschakelen als eland Albert letterlijk om een appeltje vraagt, maar daarna ga je moeiteloos mee in de heerlijke wereld die Elandeiland moet zijn. Wie wil er nou niet kamperen onder een sterrenhemel of heidehoning kopen bij een beer en betalen met een mooi verhaal?
Je kunt het boek opvatten als een ode aan de natuur, je kunt er ook tussen de regels lezen dat vreemdelingen welkom zijn, ook al gedragen ze zich anders dan jij gewend bent.
Het boek is royaal geïllustreerd met zwartwit plaatjes met een blauwe steunkleur. De bladspiegel is ruim, waardoor het boek ook aantrekkelijk is voor kinderen met leesproblemen. Elandeiland telt maar één eland, maar wellicht duiken er in volgende delen nog wat meer op. Er zijn nieuwe delen in de maak. Een gezellig boek voor lezers vanaf ongeveer acht jaar.
illustraties: Milja Praagman
Querido, januari 2022
Rotkat is een zwerfkat. Vroeger heette hij Poekie, maar dat is lang geleden. Nu woont hij op een vuilnisbelt en is zijn eigen baas.
Vandaag is Rotkat jarig. Dan wil je natuurlijk graag je vrienden zien en cadeautjes krijgen, maar Rotkats vrienden zijn nergens te bekennen. Mohammed de meeuw is niet bij de markt om een visje te stelen, de mooie poes Mimi is niet thuis, Rotkats vriendin Sadet, die hem altijd aait, is niet in haar steegje. En dan gaat het ook nog regenen! Op sommige dagen is het helemaal niet leuk om een Rotkat te zijn!
Gelukkig zijn Rotkats vrienden hem helemaal niet vergeten. Aan het eind van de dag is het weer reuzefijn om de enige echte Rotkat te zijn.
Hoera, Rotkat is terug! Na het eerste boek over de rode kater met het ooglapje hoopte je stiekem al op een vervolg. Want iedereen roept wel ‘Rotkat!’ als Rotkat ineens de straat oversteekt, of een blokje kaas pikt van een picknick, maar Rotkat is ook een heerlijk stoere kater die nog roder wordt dan hij al is als hij een kusje krijgt van die mooie poes Mimi en die zo heerlijk kan gaan liggen zonnen op de warme motorkap van een geparkeerde auto.
En wat krijg je medelijden met hem als uitgerekend op zijn verjaardag al zijn vrienden zoek zijn en het regent en hij niet eens naar binnen mag bij de oma van het meisje dat hij zojuist heeft geholpen. Op de volgende bladzijde staat een tekening van de állerzieligste kat die je ooit gezien hebt.
Want ja: Rotkat is jarig is ook nog eens prachtig geïllustreerd door Milja Praagman. Op bijna elke bladzijde springt de geel-rode Rotkat rond, vrolijk, tevreden, boos, geschrokken, zielig of juist heel blij. Als hij alleen maar denkt aan Mimi verandert zijn neus in een hartje.
Kortom: Rotkat is jarig is weer een heel fijn boek uit de Tijgerlezen-serie. Voor wie het nog niet weet: dit zijn boeken voor beginnende lezers, spannend of grappig (of allebei), met heel veel illustraties en zonder AVI-aanduiding. Je leest gewoon wat je graag wil lezen.
Rotkat is jarig is er voor kattenliefhebbers en voor andere lezers vanaf een jaar of zes die in de loop van groep 3 of 4 al een ‘echt’ dik boek kunnen lezen.
illustraties: Hanne Snel
Leopold, november 2021
Noor en Mila zijn buurmeisjes en elkaars beste vriendinnen. De trampoline in de tuin is hun geheime plaats: daar bespreken ze samen alles. Ze vinden het bijvoorbeeld maar stom dat hun moeders op al hun plannen ‘nee’ zeggen. Zo worden zij later in elk geval nooit! Noor en Mila spreken af dat ze voortaan op alles ‘ja’ zeggen.
Dat is soms leuk, maar niet altijd handig. Als Shanti bijvoorbeeld aan Noor komt vragen of ze komt spelen, moet Noor wel ‘ja’ zeggen, al heeft ze niet zo’n zin. En daarna vindt Mila het weer niet leuk dat Noor het uiteindelijk heel gezellig had bij Shanti. Pas echt lastig wordt het als Noors broer Floris achter de afspraak van de vriendinnen komt. Hij zorgt er wel voor dat Noor en Mila op de vreselijkste dingen ‘ja’ moeten zeggen.
Is het wel zo’n goed plan om altijd ‘ja’ te zeggen? Of mag je best protesteren als je iets eigenlijk verschrikkelijk vindt? Gelukkig maar dat Noor en Mila allebei een moeder hebben die ook eens iets verbiedt.
Het experiment van Noor en Mila is grappig. ‘Ja,’ zeggen als je zelf wel zin hebt in wat je gevraagd wordt (‘Wil je volgende week mee naar de film?’) is een eitje. ‘Ja,’ zeggen om iemand anders een plezier te doen, pakt meestal ook wel goed uit. Maar ‘ja’ zeggen tegen héél stomme kleren, of tegen je broer als hij je vraagt om zijn troep op te ruimen terwijl hij zelf lui op de bank ligt, dat is een heel ander verhaal.
Je zou zelfs in dit verhaal kunnen lezen dat het oké is om zo nu en dan voor jezelf op te komen. Bovendien mag je terugkomen op beloftes die je aan elkaar gedaan hebt als je merkt dat het geen goede belofte is. En soms kun je zelfs heel blij zijn als je moeder gedecideerd ‘Nee!’ zegt.
Het boek is kleurrijk geïllustreerd door Hanne Snel. Zo nu en dan zijn willekeurige woorden in de tekst in een groot en gekleurd lettertype afgedrukt, geen idee waarom, maar de bladspiegel ziet er daardoor wel fleurig uit. Het knettergekke plan van Noor en Mila is een gezellig meidenboek, geschikt voor lezers die ook genieten van De regels van Floor (Marjon Hoffman). Een toegankelijk, vrolijk boek, geschikt voor lezers vanaf ongeveer acht jaar.
illustraties: Linde Faas
Leopold, november 2021
Laurenzo zit sinds kort op de Max Velthuijsschool. In zijn nieuwe klas is het alleen maar rustig als de meester voorleest. Laurenzo is daar dol op. Liefst leest meester Tom Wit voor uit de spannende boeken van de schrijfster Lavinia Morgenster.
Nadat de klas brieven heeft geschreven aan Lavinia, mogen er twee kinderen bij haar op bezoek komen. Laurenzo en Téja zijn de gelukkigen. Lavinia woont in de Laan van Schijn en Wezen en haar huis is propvol boeken, tafels met stapels papieren en tekeningen, klokken, een poppenhuis… en één deur die op slot zit en waar ‘K d K’ op staat. Achter die deur is het Koninkrijk der Kosmopolieten en daar mag je alleen komen als je van de ambassadeur een paspoort krijgt én als je een visum hebt voor het land dat je wil bezoeken. En daarmee begint een avontuur voor de hele klas, want iedereen wil wel op reis naar dat wonderlijke Koninkrijk daar achter die deur...
Laurenzo, Téja, Tom Wit, Lavinia, Roberto en zelfs Menaurus; voor de kenners van het werk van Tonke Dragt komen er in Wie achter deze deur verdwaalt veel bekende namen voor. In Lavinia Morgenster herken je Tonke Dragt zelf, haar vriend meester Tom Wit zou Rindert Kromhout kunnen zijn. En let op de zwarte kat Iwan, op de prachtige omslagillustratie van Linde Faas. Iwan speelt een bijzondere rol in het verhaal.
Wie achter deze deur verdwaalt is een ode aan de fantasie, aan de verbeeldingskracht, aan verhalen en aan boeken. Als de klas de opdracht krijgt om zelf visa voor boeken te verzinnen en te tekenen, ga je zelf onmiddellijk mee verzinnen wat het visum voor jouw eigen favoriete boek moet worden. Want je wil dolgraag óók die deur door, naar dat Koninkrijk der Kosmopolieten. Of ben je er misschien al?
Een boek dat (mede) bedacht is door Tonke Dragt, is een boek met iets ongrijpbaars en iets raadselachtigs. Dat is Wie achter deze deur verdwaalt weliswaar, maar het is een beetje jammer dat het raadsel aan het einde opgelost is, zodat je er niet naar kunt blijven gissen. Liefst zou je nog wat dwalen, zoals in een échte Dragt.
Wie achter deze deur verdwaalt is een toegankelijk boek voor (toekomstige) Dragtliefhebbers en andere lezers vanaf ongeveer negen jaar.
illustraties: Emanuel Wiemans
Volt, september 2020
De vader van Tim is boswachter. Tim woont dus aan de rand van het bos en dat komt goed uit. Nergens kun je zo fijn spelen als in een bos: in plassen springen als het heeft geregend, boompje klimmen, hutten bouwen, spoorzoeken, naar dieren kijken…
Omdat Tim zo veel weet over bossen en over dieren, krijgt hij voor zijn verjaardag echte boswachterskleren en mag hij voortaan zijn vader helpen. Zo vindt hij op een dag een kauwtje dat niet meer kan vliegen. Tim en zijn vader brengen de vogel naar de dierenarts. Daarna moet Hansje, zoals Tim het kauwtje noemt, een tijdje bij hen thuis logeren en mag Tim voor hem zorgen. Ook helpt Tim mee om rommel in het bos op te ruimen en leert hij een aardig meisje kennen dat net zo dol is op spelen in het bos als Tim.
Was jouw vader (of moeder) ook maar boswachter! Als je Tim de kleine boswachter leest, krijg je heel veel zin om zelf ook lekker naar het bos te gaan om een hut te bouwen, dieren te spotten of gewoon lekker te rennen tussen de bomen. En oh, had je maar net zo’n fijne skelter als Tim, en ouders die het heel gewoon vinden dat jij er lekker in je eentje of met een vriendinnetje op uit trekt. Ouders die samen met jou in de plassen gaan springen als het regent. En had je maar een tamme kauw op je schouder zitten!
Buiten dat hij een bofkont is, is Tim ook een heel gewoon aardig jongetje dat elk hoofdstuk weer iets anders beleeft. Dat maakt van Tim de kleine boswachter een heerlijk voorleesboek, met afgeronde hoofdstukken, dat ook goed in de klas voorlezen kan worden.
Jan Paul Schutten schreef het boek over Tim samen met boswachter Tim Hogenbosch; het boek is gebaseerd op wat deze Tim allemaal in het bos beleefde. Achterin het boek kun je een test doen of jij ook geschikt bent voor hulpboswachter, net als Tim. Eén van de vragen is: ‘Ik blijf op de paden in het bos – tenzij ik iets belangrijks moet doen, zoals spelen’. Spelen in het bos is heel belangrijk, dat voel je door het hele boek. Als je Tim de kleine boswachter uit hebt, wil je niks liever dan óók boswachter worden als je later groot bent.
Een fijn, lief en hier en daar ook leerzaam voorleesboek voor kinderen vanaf ongeveer zes jaar, zelf lezen kan vanaf acht.
Pagina 2 van 10